Wanneer een kind wordt doorverwezen naar de fysiotherapeut vindt een intake plaats om duidelijkheid te krijgen over de hulpvraag en gaat de fysiotherapeut het kind observeren en onderzoeken om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische mogelijkheden en het motorische niveau van het kind te krijgen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van observatielijsten en gestandaardiseerde tests.
De fysiotherapeut houdt rekening met leeftijd, aandoening, ontwikkelingsfase en omgevingsfactoren, die het bewegingsgedrag beïnvloeden. Om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische vaardigheden te krijgen, wordt vaak informatie ingewonnen bij ouders, school, verwijzer en eventueel andere bij het kind betrokkenen.
De fysiotherapeut bespreekt de bevindingen van de observatie en het onderzoek met de ouders/verzorgers en eventueel met de verwijzer en stelt zo nodig een behandelplan op, waar binnen de behandeldoelen en evaluatiemomenten in onderling overleg worden aangegeven. Over de uitkomst van het onderzoek en het verloop van de eventuele behandeling wordt schriftelijk verslag uitgebracht aan de verwijzer.
De fysiotherapeut betrekt de ouders/verzorgers en mede opvoeders, indien gewenst, zodanig bij de behandeling dat zij inzicht krijgen in de problematiek van het kind. Hierdoor hebben zij meer mogelijkheden het kind in het dagelijks functioneren te begeleiden.
Behandeling
De behandeling zal er op gericht zijn de motorische en zintuiglijke ontwikkeling van het kind te stimuleren. De oefen-/bewegingstherapie is daarom aangepast aan het specifieke ontwikkelingsprofiel van het kind Uitgaande van de hulpvraag van ouders en kind wordt gebruik gemaakt van kindgericht materiaal, aangeboden in een kindvriendelijke omgeving met aan het kind aangepaste instructies en dosering.
Als het nodig is en de behandeling ten goede komt, vindt de behandeling thuis plaats. Dit gebeurt o.a. bij baby’s van 0-2 jaar en bij kinderen met een ernstige handicap.
Voor intake, observatie, onderzoek en gesprek met de ouder(s) ten behoeve van de indicatiestelling fysiotherapie zijn vaak meerdere afspraken nodig.
Onder andere door de specifieke problematiek is ook de gemiddelde totale behandelingsperiode langer dan die van ‘lokale’ problemen die een algemeen fysiotherapeut in zijn praktijk ziet.
Met de zorgverzekeraars is overeengekomen dat er door geregistreerde fysiotherapeuten in de eerste lijn 18 kinderfysiotherapeutische behandelingen uit de hoofdverzekering gegeven mogen worden. Deze zorg wordt nu door een collega fysiotherapeut gegeven bij ons in de praktijk
Samenwerking
Problemen in de ontwikkeling van het bewegend functioneren bij kinderen staan vaak niet op zichzelf. Veelal zijn er problemen op meerdere terreinen, zoals op het gebied van de cognitieve-, spraak/taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Zo nodig zal de fysiotherapeut, met toestemming van de ouders/verzorgers, contact opnemen met eventuele andere behandelaars of begeleiders, zoals huisarts, kinderarts, orthopedagoog, ergotherapeut, logopedist, leerkracht en onderwijsondersteunende instanties om de begeleiding zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
Sarah Dubbelman en Nicky den Heijer van het Fysiotherapeutisch Instituut Arnhem volgen momenteel de opleiding tot kinderfysiotherapeut